Nederland is een vrij, sociaal en welvarend land. In een onrustige wereld heeft Nederland veel te verliezen én veel te bieden. De vrijheid, welvaart en gezamenlijke veiligheid van onze inwoners zijn in het gedrang komen door toenemende onveiligheid en onvoorspelbaarheid in de wereld, Omgekeerd zit in de Nederlandse ondernemerszin, de sociale structuur en de drang naar vrijheid een belangrijke bijdrage aan het internationale toekomstperspectief.
Terrorisme, migratie, cyberaanvallen en economische instabiliteit zijn slechts enkele voorbeelden van potentiële bedreigingen. Hierdoor wordt investeren in veiligheid geen keuze, maar een manier om te kunnen leven in vrede en vrijheid.
Nederland zal zich als serieuze partner opstellen binnen de NAVO en als Europees land moeten opstellen. Het nemen van verantwoordelijkheid, een evenredig aandeel nemen in de samenwerking met onze partners, zijn dan de uitgangspunten op het gebied van Defensie van Code Oranje.
De 10 Defensie-pijlers van Code Oranje
- We investeren structureel in onze krijgsmacht en zullen de verplichting van de NAVO-norm van 2% van het bruto binnenlands product naleven.
Het defensiebudget zal wettelijk worden vastgesteld op 16 miljard euro per jaar. Dit om te garanderen dat wij voldoende financiële middelen hebben om ervoor te zorgen dat wij onszelf kunnen beschermen en om te voldoen aan de grondwettelijke verplichting om het eigen grondgebied te kunnen verdediging. Nederland is en blijft soeverein en wij werken en oefenen samen met andere landen, maar worden voor de uitvoering van taken nimmer afhankelijk. Nederland zal een volwaardige krijgsmacht hebben die ertoe doet in de regio.
- Personeel is het grootste kapitaal van de krijgsmacht. Daarbij hoort een modern loongebouw, passende arbeidsvoorwaarden en een personeelbestand van formaat. Ook zullen reservisten plaats maken voor deeltijd-militairen.
Het defensiepersoneel verdient beter. Er zijn grote stappen nodig om de salarissen op het juiste niveau te krijgen. Dan worden de cruciale functies in de operationele capaciteit en ondersteuning mogelijk ook sneller gevuld. Wij stimuleren Nederlanders om in dienst te gaan bij Defensie, als beroepsmilitair of werkstudent in de vorm van een bijbaan. Onze krijgsmacht wordt niet opengesteld voor burgers van andere EU-lidstaten.
- Defensie wordt verder ontwikkeld als adaptieve krijgsmacht.
Met een nieuw personeelssysteem worden flexibele oplossingen geboden voor beroepsmilitairen, deeltijd-militairen en burgermedewerkers. Maatwerk moet het uitgangspunt worden waarbij niet alleen rang en leeftijd het salaris bepalen maar ook kennis en ervaring. Eén op de drie medewerkers bij Defensie wordt een deeltijd-militair, zodat de organisatie flexibel kan functioneren als het erop aankomt. Defensity College wordt hét instituut waar studenten als deeltijd-militair kunnen werken naast hun studie. Een betaalde bijbaan voor jonge academici en voor leerlingen van het MBO en HBO.
- We maken een doorstart met de uitvoering van de maatschappelijke dienstplicht welke voor vrouwen en mannen zal gelden vanaf 18 jaar.
De maatschappelijke dienstplicht zal gelden voor iedereen vanaf zijn of haar achttiende levensjaar. Daarbij bestaat de mogelijkheid te kiezen voor een richting, zoals veiligheid (Defensie) maar ook de zorg of maatschappelijk werk.
- De samenwerking tussen Defensie en politie wordt geïntensiveerd, onder meer door uitwisseling van personeel, gezamenlijk opleiden en (in specifieke gevallen) optreden.
Door intensievere samenwerking van Defensie en politie kunnen aanzienlijke kosten worden bespaard en worden medewerkers meer uitwisselbaar en daardoor kunnen organisaties elkaar beter ondersteunen in de uitvoering van hun taken, uiteraard gebeurt dit met inachtneming van de verschillen in verantwoordelijkheid, taakopvatting en aansturing tussen beide organisaties.
- Binnen Europa verstevigen we de samenwerking tussen gelijkgezinde landen op het gebied van opleidingen, training, samengestelde eenheden en grensbewaking en verwerving van materieel en regionale inzet.
We leveren professioneel personeel- en materiaal, en staan bekend om onze “hands on” mentaliteit. We nemen deel aan zowel vredesoperaties als aan gevechtsmissies.
- De NAVO blijft de hoeksteen van ons veiligheidsbeleid. Daarbij investeert ons land in het onderhouden van goede relatiesmet andere landen, met name met landen die zich baseren op het concept van vrijheid.
- De band tussen Defensie & samenleving zal verankerd worden.
Het Veteraneninstituut verzorgt de uitvoering van de veteranenwet waarbij deze band centraal staat. Het Veteraneninstituut zal een zelfstandig en onafhankelijke positie binnen de Krijgsmacht krijgen, waarbij de directeur onder ministeriele verantwoording valt van het ministerie van Algemene zaken. Vrijheid is immers niet vanzelfsprekend. Het educatieve onderwijs van Veteraan in de klas zal deel gaan uitmaken van het onderwijsprogramma in het basis- en voortgezet onderwijs.
- Veteranendag (29 juni) wordt een nationale feestdag.
Veteranen hebben alles gegeven en mogen hiervoor erkend worden. We zorgen dat veteranen worden geëerd en gewaardeerd voor hun werk voor de samenleving. Daarnaast geven we veteranen en Defensie een moment om echt zichtbaar te zijn en waarop de bevolking hen kan bedanken voor hun dienst.
- De Koninklijke Marechaussee wordt verder uitgebreid om de buiten- en binnengrenzen te beschermen tegen dreigingen.
De Koninklijke Marechaussee waakt over de veiligheid van de Nederlandse Staat. Eén van de belangrijke taken daarbij is de grenspolitietaak en mobiel toezicht veiligheid nabij de binnengrenzen. Deze taken worden uitgebreid en geïntensiveerd. Ook wordt onderzocht of de Marechaussee enkele taken van de Nationale Politie kan overnemen zodat de politie weer meer capaciteit heeft om zichtbaar te zijn op straat.