Topmilitair Marco Kroon enthousiast over defensieplannen Code Oranje

Marco KroonThis content has been archived. It may no longer be relevantLeestijd: 3 minuten -

Marco Kroon, de eerste militair sinds 1955 die is onderscheiden met de Militaire Willems-Orde, de hoogste militaire onderscheiding van Nederland, is erg te spreken over de defensieplannen van Code Oranje.

Bij de vernieuwingsbeweging van Richard de Mos, die in maart meedoet met de Tweede Kamerverkiezingen willen de ex-militairen Sébas Diekstra (thans een bekende advocaat) en Öner Çatalpinar orde op zaken stellen bij Defensie: “Alles begint met veiligheid!”

Oud-onderofficier en veteraan bij de Koninklijke Landmacht Öner Çatalpinar en oud-officier bij de Koninklijke Marechaussee Sébas Diekstra waakten over de veiligheid van Nederland. Beiden zijn nog actief als reservist voor Defensie en zien met lede ogen aan hoe de krijgsmacht wordt gepiepeld. Ze zijn ook kandidaat-Kamerleden voor Code Oranje, de vernieuwingsbeweging van Richard de Mos.

Vlak voor de jaarwisseling liepen de onderhandelingen voor salarisverhoging voor zowel politie- als defensiepersoneel op niets uit. “Dit kabinet neemt een loopje met de mannen en vrouwen die onze veiligheid waarborgen. Naast het feit dat zowel het politie- als defensieapparaat na drie kabinetten Rutte compleet is uitgehold, blijft het ook nog soebatten om meer waardering in de vorm van een salarisverhoging”, stellen Diekstra en Çatalpinar. Zij komen met een 10-puntenplan voor het op orde brengen van het defensieapparaat en pleiten daarbij voor meer salaris, meer personeel en minder werkdruk.

Complimenten Kroon

“Afgelopen donderdag kwam Kroon, die in 2009 zijn ridderorde kreeg voor moedig optreden en leidinggeven als officier bij vuurgevechten in Afghanistan, ons complimenteren over onze defensieplannen en bracht hij 100 exemplaren van zijn boek “Kroongetuige”, om uit te reiken onder nieuwe- en aangebrachte leden. Ook hij vindt dat terrorisme, migratie, cyberaanvallen en economische instabiliteit zomaar wat voorbeelden zijn van potentiële bedreigingen, waardoor veiligheid geen keuze is, maar een manier om te kunnen leven in vrede en vrijheid”, aldus Öner Çaltapinar, die wil dat eindelijk de verplichting van 2% van het bruto binnenlands product wordt uitgegeven aan de krijgsmacht. “Hiermee kunnen we eindelijk de salarissen op het juiste niveau krijgen.”

Doorstart maatschappelijke dienstplicht

Naast de voorstellen om van Veteranendag een nationale feestdag te maken en de Koninklijke Marechaussee verder uit te breiden om de buiten- en binnengrenzen te beschermen tegen dreigingen, pleiten Diekstra en Çatalpinar er in hun plan ook voor om een doorstart te maken met de uitvoering van de maatschappelijke dienstplicht. Deze moet gelden voor vrouwen en mannen vanaf 18 jaar.

“De maatschappelijke dienstplicht zal gelden voor iedereen vanaf zijn of haar achttiende levensjaar. Daarbij bestaat de mogelijkheid te kiezen voor een richting, zoals veiligheid (Defensie), maar ook de zorg of maatschappelijk werk”, aldus het tweetal, dat ook pleit voor het intensiveren van de samenwerking tussen Defensie en de politie. “Het enorme tekort aan agenten noopt tot een intensievere samenwerking om de veiligheid te waarborgen. Maak medewerkers van politie en Defensie makkelijker uitwisselbaar en laat beide elkaar beter ondersteunen.”