EU en buitenland

Hoewel de EU ontstaan is vanuit het goede initiatief van samenwerking tussen landen (de EGKS en later de EEG), is het uitgegroeid tot een bureaucratisch instituut, zonder democratische sturing. Dat laatste is ons grootste probleem. Code Oranje streeft juist echte democratie na, in het belang van onze inwoners. In onze ogen is er aan onze nationale democratie veel te verbeteren; voor de Europese democratie telt dit in overtreffende trap. Kijk alleen naar de manier waarop, bij de laatste Europese verkiezingen de ‘spitzenkandidaten’ eerst op het schild werden gehesen om ze na die verkiezingen direct weer van dat schild af te trekken. In achterkamertjes werd vervolgens onderhandeld wie dan wel de Europese Commissie zou gaan leiden. Niks democratie. De kiezer – voor zover die al opgekomen was – had het nakijken. Hoe ver weg liggen in Europa de Code Oranje uitgangspunten van transparantie en burgerzeggenschap!

Wat Code Oranje betreft: de eerste, tweede en derde prioriteit is gericht op het inrichten van een fatsoenlijke en moderne Europese democratie. Daar hoort bij: het per direct stopzetten van verspilling van gemeenschapsgeld, door te stoppen  met de voortdurende verhuizingen tussen Brussel en Straatsburg, het afbouwen van gewoontesubsidies en het versoberen van de arbeidsvoorwaarden van de parlementariërs (waarvan er ook nog eens teveel zijn). Ondertussen is er sprake van één Europese munt, inclusief de dreiging van een ‘transferunie’: een unie waarin er sprake is van een voortdurende geldstroom van Noord naar Zuid. Dit holt het functioneren van de EU en de Euro-muntunie verder uit. Naast het punt van de noodzakelijke democratische hervorming, staat Code Oranje daarom zeker niet afwijzend tegenover een eigen munt voor Noord- en voor Zuid-Europa. Sterker: Code Oranje staat open voor het ontstaan van regionale en zelfs lokale munteenheden, naast de munteenheid op grotere schaal. Regionale en lokale munten zijn een prima manier gebleken om de lokale en regionale economie te versterken.

Op het punt van ontwikkelingssamenwerking is Code Oranje van mening dat we al enige tijd kunnen spreken van een achterhaald concept (‘wij weten wat goed voor u is’). Code Oranje kiest voor samenwerking met andere landen op basis van gelijkwaardigheid. Het wegnemen van handelsbarrières en het inzetten op eerlijke beprijzing is daar de praktische vertaling van. Naast het opbouwen en voortzetten van vriendschappelijke banden met ieder land dat het concept van vrijheid omhelst.

En daarom:

  • Dient de EU zich per direct om te vormen tot een democratische bestuurslaag, tot die tijd geven wij geen nationale bevoegdheden af
  • Maken wij afspraken met andere landen als dit nuttig is en zolang dit aansluit bij de democratische wensen van onze inwoners
  • Is het al of niet uittreden uit de EU (‘Nexit’) een vraag die onze bevolking per referendum beantwoordt
  • Staan wij open voor de invoering van een Noord- en Zuid-Europese munt (met ruimte voor regionale of lokale munteenheden daarnaast)
  • Nemen we afscheid van het concept ‘ontwikkelingssamenwerking’ en stappen we over op het principe van samenwerking op basis van gelijkwaardigheid
  • Stellen we een noodfonds in, waaruit geput kan worden als ergens in de wereld een catastrofe plaatsvindt waarbij wij willen inspringen
  • Werken we ter verdediging van onze vrijheid samen in de NAVO, inclusief een adequaat defensiebudget van twee procent van het BBP, vermindering van onze afhankelijkheid van andere landen en een modern loongebouw voor onze militairen
  • Investeren we parallel daaraan in vriendschappelijke relaties met ieder land dat het concept van vrijheid omarmt

In één zin

De nieuwe democratie – geworteld in vrijheid – ligt aan de basis van al ons internationale handelen, dus ook richting de EU, die zich grondig dient te hervormen.