Lokale partijen willen gevaarlijke honden aanpakken

This content has been archived. It may no longer be relevantLeestijd: 2 minuten -

Afgelopen vrijdagavond lag de 18-jarige Julia urenlang met een zwaargehavend gezicht op de operatietafel van een Haags ziekenhuis. Zij was aangevallen door een pitbull-achtinge hond. Dit bijtincident maakt een oude discussie actueel: het terugdringen van het aantal (bijt)incidenten met gevaarlijke honden.

“Al jaren wordt er gesproken over het aanpakken van bijthonden. Zo was er sprake om eigenaren, na een incident met hun hond dat niet ernstig genoeg is voor strafrechtelijk optreden, te verplichten het dier te muilkorven en/of kort aan te lijnen. Maar het bleef bij woorden en het aantal bijtincidenten blijft toenemen, zeker ook door het tekort aan opvangplaatsen voor hoog-risico honden bij dierenopvangcentra. Dierenopvangcentra geven aan dat er zelfs wachtlijsten zijn, waardoor er risico’s zijn dat eigenaren de gevaarlijke honden in het wild loslaten,” stelt Hart voor Den Haag fractievoorzitter en Code Oranje lijsttrekker Richard de Mos. Hij wordt daarbij gesteund door de Partij van de Ouderen Amsterdam en de Volkspartij Nissewaard.

Deskundigen pleiten voor landelijk beleid, met om te beginnen een deugdelijke registratie van de bijtincidenten. Elke stad doet het nu anders. Het aantal gevaarlijke honden is toegenomen sinds de landelijke Regeling Agressieve Dieren in 2008 werd ingetrokken. Sindsdien is het aan de gemeenten zelf om beleid te ontwikkelen, een taak die de ene gemeente voortvarender ter hand neemt dan de andere, met als gevolg een landelijke lappendeken aan hondenbeleid.

“Wij zijn een voorstander van dat vechthonden alleen nog onder strikte voorwaarden gehouden kunnen worden, zoals bij een bewijs van deskundigheid, geen strafblad en het bezit van een aansprakelijkheidsverzekering,” aldus De Mos, die erop wijst dat preventieve maatregelen gezien de vele jaarlijkse bijtincidenten niet kunnen uitblijven.